Rochehaut - Frahan (15/08/20)
De dagen was ik aan het aftellen om te kunnen gaan wandelen. Zelf kan ik niet goed tegen de warmte en had met deze hittegolf de wandelingen uitgesteld.Het wandelen moet nog aangenaam blijven voor mens en dier.Al een paar dagen hield ik mij bezig om een geschikte plaats te vinden om te kunnen wandelen in schaduw en langs water.
Uiteindelijk heb ik mijn keuze gemaakt en ging het richting een dorp in de Belgische provincie Luxemburg en een deelgemeente van Bouillon.
Rij
ik Rochehaut in en dacht van “O, nee, ik heb een foute keuze gemaakt”. Het wemelde
hier van het volk, dit wilde ik vermijden tijdens de corona periode. Toch dacht
ik van “we hebben 130 km gereden en we gaan de dag toch niet verpesten”, met
deze parkeerde ik de wagen op de mega grote parking bij Auberge de la Ferme.
Aangezien het hier zo een serieuze drukte is zette ik mijn mondmasker op, lijn de hond aan en we begonnen we met de wandeling.
Het eerste waar mijn oog op viel was het bronzen trekpaardenbeeld en achter de hoek stonden de Ardense trekpaarden voor de wagens gespannen om de toeristen te plezieren.
Zodra ik de Rue du Palis opwandelde werden mijn ogen
helemaal geopend, WAUW wat een landschap. Dichter aan de reiling konden mijn
ogen echt niet meer verder open, van hieruit zag men het dorpje Frahan dat in
de meander van de Semois ligt.
Hier zou je wel een hele poos willen blijven staan om er van te genieten, maar zoals ik al eerder vertelde “is er hier veel te veel volk”.
Een stukje verder doken Zoë en ik het bos in, gelukkig heel veel schaduw en temperatuur was hier een heel stuk aangenamer. Hier was geen volk meer te bespeuren en kon ik dan ook mijn mondmasker afzetten om de heerlijke bosgeuren op te nemen.
Aan een volgend panoramapunt stond ik terug te genieten van het uitzicht en de dieren geluiden, ook de hond Zoë kon er van genieten.
Een kilometer verder zetten we een daling in, eentje om U tegen te zeggen, wat ging die steil naar beneden, ik voelde mijn tenen helemaal als een caracole opgerold worden in mijn wandelschoenen. Aan de foto’s kan men niet merken hoe steil deze ging, toch kon ik mooie plaatjes nemen.
Wat was ik blij dat ik heelhuids beneden was geraakt, hield er een minuutje of twee pauze tot dat de knik in mijn knieën over was.
In de verte hoor ik giechelende mensen en hoefgetrappel en
ja daar zijn de werkende Ardense trekpaarden die een tochtje met toeristen
maakten.
Al wandelend langs grintweg waar ik Zoë even los liet lopen , zag ik in mijn linker ooghoek iets.
Wat een wonder dat ik het geluk had om van zo dicht bij een wilde ree te kunnen zien, het dier stond op nog geen vijf meters van mij. Heel voorzichtig lijn ik Zoë terug aan en nam daarop volgend mijn fototoestel. Ongelooflijk hoe we oog in oog elkaar konden aanstaren, het bleef echt verschrikkelijk stil staan waarop ik dacht “is het wel een echt”.
Wel zeker enkele minuten bleef het staan. In de verte hoorde ik mensen en deed teken dat ze heel stil en rustig naar mij moesten komen, wat ze dan ook deden en me hiervoor bedankten, want ook zij konden een foto nemen en toen rende de ree weg.
Dit was echt een geluksmomentje en dacht gelijk aan Mieke en Jerry mijn wandel compagnons, die even voor onbepaalde duur niet kunnen mee wandelen.
Eens het grasveld voorbij dat rechts van de weg is kom ik eindelijk aan de Semois, waar ik Zoë toelating gaf om verkoeling te zoeken. Normaal gaat zij nooit echt het water in, maar nu vond ze het leuk om tussen de vissen te stappen en af en toe te happen.
Dicht aan het water en in de schaduw
hield ik een picknick pauze en deelde mijn belegde boterhammen met ei aan
Zoë, wat ze niet afsloeg.
Ook hier hoorde ik in de verte galoppeerde paarden, ze deden
bijna een sliding stop, want ze waren bijna het weggetje voorbij waarlangs ze het
water in konden.
Met wat getreuzel kregen ze de paarden in het water en zo
staken ze dan ook de Semois over, je kunt niet geloven hoe het bij mij
kriebelde. In de meer dan 40 jaar dat ik in de paardenwereld zat, ben ik nog
nooit met paard in de Ardennen of aan zee gaan rijden, terwijl dit altijd een
droom van mij was. Maar goed, dit hoofdstuk is afgesloten om een andere boek te
kunnen openen.
Na een half uur pauze ging de wandeling verder, de weg is
wat hoger dan de rivier, hoe verder we gingen des te smaller werd de weg met
obstakels.
Ja op knieën en handen moest ik om onderdoor de omgevallen
boom te kunnen met mijne rugzak.
Hier en daar geniet ik nog wat van vlinders, juffers en
libellen met nog een heleboel andere insecten die ik niet heb kunnen
fotograferen omdat ze mij te snel af waren.
De weg werd rotsachtig en heel smal, vermoedelijk is tijdens
regenachtig weer hier wel spekglad en is het zeker oppassen geblazen. O, wat
hou ik toch van zo’n wandelingen, hoe intens en alert men toch moet zijn, zo
rustgevend is het.
Stilaan naderen we de brug die ik van bovenuit ook al
fotografeerde. Voor ik deze kon oversteken wachtte ik op een koppel met een
Franse Buldog. Die hond deed zijn grote behoefte juist op de brug, de man
wandelde met de hond verder en was tegen de vrouw aan het mompelen. Al versta
ik geen Frans kon ik er heel duidelijk op uitmaken dat ze het naamkaartje van de hond wilden laten liggen. Dus ik gaf
hen een poepzakje om het op te kuisen
want kan je op zo’n plaats niet laten liggen waar veel volk over moet.
Eens de brug over hield ik er onderaan bij het water nog eens pauze, zo kon ik even checken bij Ron’s weerbericht.
Aangezien er toch sprake
was van weer een intense onweer dat boven Luik hing en hier reeds de lucht
grijs werd, besloot ik de wandeling in te korten en zo snel
mogelijk naar de wagen te gaan. Uiteraard al wat er afgedaald was, moest ik ook
weer stijgen. Op een 185 meter van de
zeespiegel ging de laatste kilometer naar
344 meter hoogte, het was kort en krachtig.
Weer een supermooie wandeling met prachtige foto's. Dat reetje, zou in het water, die mooie foto's van de mprachtige streek.. om te watertanden
BeantwoordenVerwijderenIk heb er echt van genoten tijdens deze wandeling en het zou nog leuker geweest zijn samen met jullie :)
Verwijderen